maandag 17 december 2012

de mode geschiedenis van de 18de eeuw


Voor het ontwerpen van mijn jurk blik ik terug op de mode uit de 18de eeuw. meer bepaald de vrouwen mode. Vanaf 1718 is de hoepelrok terug een onderdeel van de kledij van de vrouw. De rok was gemaakt van gesteven voering en hoepels gemaakt uit riet of baleinen. De rok kreeg de naam criarde toegewezen. Deze naam is te danken aan het piepende geluid dat hij bij de lichtste beweging maakte. Later rond 1740 maakte men enkele aanpassingen, de criarde maakte plaats voor de panier. Dit zijn steunders die op de heupen werden geplaatst. Ze zijn gemaakt uit riet of baleinen die aan elkaar gehecht zijn met linten. Deze constructie was overtrokken met zijde.





Voor de chique feestjurken waren ze zodanig breed dat de armen er konden op rusten. Daarom werden ze de paniers à coudes genoemd. Door het dragen van een panier gaat de rok aan de zijkanten wijd                                                                                                                                                             uitstaan, en aan de voor- en achterkant plat neergingen. In die tijd waren de brede, wiegende paniers de grootst nieuwigheid in de mode. Soms hadden ze een omtrek van maar liefst 5 meter. 



Het lijfje blijf zijn vroegere snit behouden. Onder het bovenlijfje droegen de vrouwen een korset met baleinen. De voorste baleinen drukten de buik en de borst in.
Het bovenlijfje heeft een diepe halsuitsnijding en word vooraan met haken gesloten. Een brede strik, parfait contentement genoemd, hing boven de haken zodanig dat die niet zichtbaar waren. 


De periode van Lodewijk XVI speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van het vrouwenkostuum, omdat zij zoveel variatie bracht. Er waren in die tijd drie ambachten die zich voornamelijk bezig hielden met het maken van deze extreme constructies: de korsetmakers, de kleermaaksters en de handelaarsters in mode artikelen




Geen opmerkingen:

Een reactie posten